557 | Blom
10 augustus 1997. Het is ruim boven de 30 graden in het ‘Olympisch Stadion Spyridon Louis’ ergens ver buiten het smoggy Athene. Op de tweede ring van dit immense stadion zitten we in de brandende zon naar een krioelende bende sporters te kijken, ergens ver beneden ons. We waren net begonnen aan onze dik 3 weken durende rondreis door het noorden van Griekenland, de Peleponnesos incluis. Toevalligerwijs bleek een bezoekje aan het WK atletiek bijzonder prettig in ons reisschema in te passen. En zo zaten we daar een hete middag en een hete avond in het stadion dat (zo bleek amper een maand na ons bezoek) 7 jaar later het stadion zou zijn waar de Olympische Spelen hun thuiskomst zouden vieren.
’t Is ver in de avond als Sergei Bubka in naar wat later blijkt een van zijn laatste wedstrijden de lat laat leggen op 6 meter en 15 centimeter. Ritmisch handgeklap hoort er schijnbaar bij en vrolijk doen we mee. U kent de uitdrukking ‘de lat te hoog leggen’ ? Ik dacht dat die wel aardig van toepassing was op deze wereldrecordpoging. Monheer Bubka vloog een tiental minuten eerder als enige over 6.01 en daarmee was zijn 6e wereldttitel een feit. Omdat er een leuke bonus verbonden is aan een wereldrecord nam hij onder de motto’s (motti?) ‘niet gesprongen is altijd mis’ en ‘je weet nooit hoe een koe een haas vangt’ een bij voorbaat kansloze aanloop. Zonder de lat aan te raken dook hij eronder door. Da’s niet helemaal de bedoeling bij het fenomeen polsstokhoogspringen, maar dat hoef je een 6voudige kampioen niet te vertellen. Feit bleef dat 6.01 al een enorm eind was, dat hij daar succesvol overheen bleek te hebben gekropen met een flexibele stok en dat wij thuis konden vertellen dat we Bubka in levende lijve hadden bekeken. Redenen genoeg om danig geïmponeerd onze reis te vervolgen.
2005. Helsinki. De sympathieke Limburgert Rens Blom katapulteert zichzelf naar de wereldtitel. In de voetsporen van Bubka mag hij zichzelf 2 jaar lang wereldkampioen noemen. Ik kijk naar het gejuich dat al begint tijdens de laatste meters van zijn afdaling richting mat. Met hetzelfde gevoel als toen. Sport kan zo mooi zijn.