694 | Arc of the curve
Als er nieuw werk van Fish aangekondigd wordt dan trek ik blindelings de creditcard, dat weet u inmiddels wel. Ik weet niet hoeveel euri ik de afgelopen twintig jaar richting Schotland heb verscheept, maar dat wÃl ik waarschijnlijk ook niet eens weten. Dus ook de aankondiging van de release van zijn nieuwste ’13th Star’ ging niet ongemerkt aan mijn girorekening voorbij. In de hoop dat zijn negende soloalbum een beetje in de buurt zou komen van zijn vorige (Field of Crows), dan zou ik al tevreden zijn. Vandaag viel hij op de mat, gestoken in wederom prettig artwork van Wilkinson (alhoewel die zeester wel wat minder prominent had gemogen).
Hoewel ik vanmiddag via Jan al een kleine privé-voorpremiere had gekregen, ging het pas echt los toen ik thuis een fatsoenlijke koptelefoon kon opzetten. De speakers van m’n laptop deden niet bepaald recht aan de geluidskwaliteit. M’n Sennheiser wel. Goeiendag! De haren op de rug gingen snel overeind staan. Als er van de 10 tracks 9 zijn die je meteen nog een keer zou willen horen dan zit het wel snor. Alleen ‘Miles de besos’ doet me vooralsnog erg weinig, hoewel daarin de bas- en akoestische gitaarpartij bijzonder fraai zijn. Daar waar de elektrieke gitaren opdoemen zijn ze stevig, bijzonder stevig voor Fish zijn doen. Usher & Johnson hebben zich mogen uitleven op de snaren. Zonder direct te vervallen in spetterende soli leggen de gitaren een stevig fundament onder bijvoorbeeld Manchmal en Square Go. Toch is het geen zwaar album; integendeel. Zoe 25, Where in the world en met name het schitterende Arc of the curve zijn ballads van het zuiverste water. Het zorgt voor een prachtig gebalanceerde plaat. Productioneel gezien is het sowieso het allerbeste dat Fish ooit uitbracht. Ene Calum Malcolm heeft er dan ook zijn uiterste best op gedaan. Die schijnt ‘legendary’ te zijn door zijn werk voor Nazareth, Clannad, Wet Wet Wet, It’s Immaterial (Drivin’ away from home!) en Simple Minds. Ik kende de goede man niet, maar zijn draaiknopperij is een lust voor de oren.
Fish mag met recht trots zijn op dit werkje. Geschreven in een roerige periode waarin hij op het punt stond om in het huwelijksbootje te stappen met Mostly Autumn-zangster Heather Findlay. Dat vlak voor het moment supreme diezelfde dame het bootje vakkundig tot zinken bracht wens je niemand toe, en zeker Fish niet. Het leverde in ieder geval voer op voor een bijzonder openhartig en direct album. Ik heb ineens gigantisch veel zin in de Effenaar, begin oktober. Na de pauze een integrale vertolking van Clutching at straws, maar na vandaag kijk ik ook erg uit naar de eerste helft! Ik roep voorzichtig dat 13th Star wel eens heel hoog kan gaan eindigen in mijn jaarlijst van 2007. Heul, heul, heul hoog!
Was het de afgelopen maanden Marillions Somewhere Else en – zaterdag nog – Steve Hogarth solo wat de klok sloeg, vandaag nam Fish het stokje weer voor een tijdje over. Fish is terug. En hoe. Potverdorie.
“We flew on the arc of the curve, and touched the stars…”