441 | Tossers
Tossers. De vorst is koud uit de grond of ze sleuren de bbq al weer naar buiten. 26 april, 17:40. Ik fiets terug van het jaarlijkse Servo volleybaltournooi naar huis. Ergens halverwege ruik ik een brandlucht die me naar de zomer doet verlangen. ’t Is lekker weer, oké, maar zomer ? Ik had de moeite niet genomen om mijn korte broek uit te trekken, dus met zelfs mijn kniebeschermers nog op mijn enkels cruise ik door het Bossche landschap. En het was nog best frisjes kan ik u stiekem vertellen. Maar goed: d’r stond dus al iemand te bbq-en. Heel optimistisch uitgedost in een hemdje, de tosser. D’r stonden nog mensen om hem heen ook. Te kijken alsof André Kuipers zojuist uit zijn Sojoez was gevallen. Dat er van bbq-routine nog geen sprake was is niet zo raar. Ik rook het al van verre. Zo ruiken mijn kippepootjes ook altijd de eerste keer. Zwartgeblakerd. Net goed. ’t Is potdomme april.
wel leuk: met een lichte tongval kan sojoes klinken als saus. ‘zeg, geef mij die bbqsojoes even aan’.
Nog leuker.
Voluit heet ik dus André Kuijpers…. Subtiel verschil, maar toch….
Dan kunt U nu hier de obligate ruimtevaart-grap plaatsen: ……..
Ik kijk wel uit, André 🙂 Van obligate grappen weet ik alles. Zo vroeg men mij altijd of ik de zoon was van Piet Schrijvers. Ja, zei ik dan. Bracht ik ze toch mooi even aan het twijfelen…